Event
08.06.2023
Geschreven door:
Linzy Sieljes

Onderzoek naar de afkoelingsperiode in de WHOA

Sinds 1 januari 2021 is in Nederland de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) van kracht. De WHOA helpt bedrijven die in financiële moeilijkheden zitten en dreigen failliet te gaan. Met behulp van de WHOA kan een bedrijf haar schulden reorganiseren en daarna ‘gezond’ verder. Een andere mogelijkheid is om het bedrijf gecontroleerd stop te zetten met behulp van de WHOA, zodat de schuldeisers dan meer geld ontvangen dan dat zij zouden krijgen bij een faillissement. De WHOA biedt de mogelijkheid om een aan de schuldeisers gedaan voorstel te laten goedkeuren door de rechter (homologatie). Als het voorstel door de rechter is gehomologeerd, geldt het voor alle schuldeisers van het bedrijf.

Datum
20 april 2021
Tijd
09:00 - 18:00
Locatie
Op locatie
Direct aanmelden
Direct aanmelden

De afkoelingsperiode

Binnen het WHOA-traject kan een bedrijf ervoor kiezen om een afkoelingsperiode te vragen. De afkoelingsperiode is een tijdelijke periode waarin een bedrijf de tijd krijgt om in relatieve rust een akkoord voor de schuldeisers voor te bereiden. Binnen een afkoelingsperiode kunnen schuldeisers geen verhaal nemen op de goederen van de schuldenaar (mits zij op de hoogte zijn dat er een akkoord wordt voorbereid) en kunnen gelegde beslagen door de rechter worden opgeheven. Ook kan kan tijdens de afkoelingsperiode bijvoorbeeld het faillissement niet worden aangevraagd. Het doel van de afkoelingsperiode is om het bedrijf de tijd te bieden om over een onderhands akkoord met haar schuldeisers te onderhandelen en dit akkoord voor te bereiden. Dankzij de afkoelingsperiode kan het bedrijf de onderneming tijdens de onderhandelingen over het akkoord min of meer ongestoord voortzetten. Het idee is dat dit uiteindelijk leidt tot een betere opbrengst voor alle betrokken partijen: zowel het bedrijf zelf als de schuldeisers.


Een afkoelingsperiode duurt maximaal vier maanden en kan door rechter ook nog worden verlengd. De afkoelingsperiode kan in totaal nooit langer dan acht maanden duren.


Een afkoelingsperiode creëert rust en tijd. Vooral in echte 2-voor-12 situaties, bijvoorbeeld wanneer meerdere schuldeisers het bedrijf dwingen om vorderingen te betalen, is een afkoelingsperiode relevant. Daarnaast krijg je met een afkoelingsperiode tijd om schuldeisers te informeren en hun vertrouwen te winnen om uiteindelijk in te stemmen met het voorstel.

Je zou verwachten dat er in de WHOA-wereld veel gebruik wordt gemaakt van de afkoelingsperiode. Maar is dat ook zo? Hoe vaak wordt er eigenlijk bij de rechter om een afkoelingsperiode gevraagd? En hoe vaak wordt zo’n verzoek toegewezen? Deze vragen hebben wij beantwoord door een onderzoek te doen naar de WHOA-uitspraken die zijn gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.[1] In de periode 1 januari 2021 tot en met 18 maart 2023 zijn er in totaal 145 WHOA-zaken gepubliceerd.


Hoe vaak komt een afkoelingsperiode voor?

In 58 van de 145 onderzochte zaken ging het om een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode. Dat betekent dat in 40% van de zaken is gevraagd om een afkoelingsperiode. Rekeninghoudende met het aantal verschillende verzoeken dat gedaan kan worden binnen het WHOA-traject is dit relatief vaak. Andere verzoeken zijn bijvoorbeeld een verzoek om tussentijdse beslissingen, homologatie of aanwijzing van een herstructureringsdeskundige.

Uit het onderzoek blijkt verder dat het verzoek om een afkoelingsperiode vervolgens in 42 van de 58 zaken door de rechter is toegewezen. Dit komt neer op ongeveer 72% van de gevallen, zo’n 7 op de 10 zaken dus. Er is dus op basis van de onderzochte zaken te zien dat er een relatief hoge kans is dat de rechter een afkoelingsperiode nodig acht en het verzoek hierom toewijst.

Dit betekent dat in ongeveer 29% van de onderzochte zaken uiteindelijk een afkoelingsperiode is toegewezen door de rechter.


Hoe vaak wordt een afkoelingsperiode verlengd?

Een andere interessante statistiek die valt op te maken uit ons onderzoek is dat in 19 van de onderzochte zaken om een verlenging van de afkoelingsperiode is gevraagd. Dit komt neer op zo’n 45% van alle afgekondigde afkoelingsperiodes. Er wordt dus in bijna de helft van alle WHOA-trajecten waarbinnen een afkoelingsperiode is afgekondigd, om verlenging verzocht omdat de afkoelingsperiode niet lang genoeg bleek te zijn.

Vervolgens wordt de afkoelingsperiode in 15 van deze 19 zaken verlengd. De kans dat een afkoelingsperiode wordt verlengd, lijkt – uiteraard mits goed gemotiveerd – vrij groot te zijn.

Wat uit deze gegevens ook is af te leiden, is dat in de 42 zaken waarin een afkoelingsperiode werd toegewezen, deze vervolgens in 15 zaken nog werd verlengd. Dat betekent dat in 36% van de zaken waarin al een afkoelingsperiode was afgekondigd, er uiteindelijk een verlenging van die afkoelingsperiode heeft plaatsgevonden. Het kan dus handig zijn om als onderneming van te voren goed na denken hoelang de benodigde afkoelingsperiode moet zijn om tot een akkoord te kunnen komen. Mocht de afkoelingsperiode dan toch te kort blijken, wees dan op tijd met het indienen van een verzoek tot verlenging. Dit is een belangrijk aandachtspunt om vroegtijdig rekening mee te houden, zodat je gedurende het traject niet voor verrassingen komt te staan.


Hoe vaak wordt een WHOA-akkoord gehomologeerd als er een afkoelingsperiode is geweest?

Deze vraag is lastig te beantwoorden. Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste kan een WHOA-traject vroegtijdig stoppen, omdat a) ofwel het bedrijf overeenstemming heeft bereikt met de schuldeisers en homologatie niet nodig is ofwel b) het bedrijf het WHOA-traject heeft gestopt, omdat het geen kans van slagen heeft. Ten tweede kan het zijn dat er zaken zijn waar er wel uitspraken zijn gepubliceerd over de afkoelingsperiode, maar niet over de homologatie en vice versa.

Gegevens zijn er wel, maar de vraag is dus wel of hier daadwerkelijk conclusies uit kunnen worden getrokken. Uit de gepubliceerde uitspraken blijkt dat van de 145 verwerkte zaken, het in 32 zaken ging om een verzoek tot homologatie (goedkeuring door de rechter). In 10 zaken homologeerde de rechter het akkoord niet. In de overige 22 zaken ging het om een succesvolle homologatie door de rechter. In die 22 zaken ging er in 8 zaken een afkoelingsperiode aan vooraf. Voor de overige 14 zaken blijkt niet uit de homologatieuitspraak of er een afkoelingsperiode is geweest.


Conclusie

De conclusie is toch wel dat men het instrument van de afkoelingsperiode aardig weet te vinden in WHOA-zaken. In 40% van de zaken is namelijk gebleken dat een bedrijf een afkoelingsperiode nodig had. Onze verwachting is dat er ook veel zaken zullen zijn waarin een afkoelingsperiode niet nodig is, bijvoorbeeld omdat faillissementsaanvragen door schuldeisers of eventuele beslagen niet dreigen. Van belang is wel om een verzoek om een afkoelingsperiode goed te motiveren, omdat we toch nog zien dat in 28% van de gevallen een verzoek om een afkoelingsperiode wordt afgewezen.

Verder zien we dat in de praktijk toch vaak een verlenging nodig is. Raadzaam is dus om hier samen met adviseurs vroegtijdig op voor te sorteren, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten!


[1] In dit onderzoek is rekening gehouden met uitspraken die zijn gepubliceerd in de periode 1 januari 2021 tot en met 18 maart 2023.

Uitgelicht voor jou

De wereld van het ondernemingsrecht staat nooit stil. Wij praten je vanuit onze expertise regelmatig bij over de laatste ontwikkelingen.

Blog
Wat je als verhuurder van woonruimte moet weten over de Wet betaalbare huur

Op 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur in werking getreden. Daarmee gelden er nieuwe regels voor een grote groep huurders en verhuurders, onder meer op het gebied van maximale huurprijzen. Wij lichten de belangrijkste wijzigingen met betrekking tot zelfstandige woonruimte toe.

Nieuws
15.07.2024
Hoge Raad: dynamisch cao-incorporatiebeding gaat mee over bij overgang van onderneming

Afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan voor de overname- en arbeidsrechtpraktijk. Bij een overgang van onderneming worden werknemers beschermd. De werknemers treden dan in principe automatisch in dienst van de overnemende partij, inclusief de bestaande arbeidsvoorwaarden. In de zaak die bij de Hoge Raad speelde ging het om de vraag of een dynamisch cao-incorporatiebeding van toepassing blijft bij overgang van onderneming. Zo’n dynamisch beding in een arbeidsovereenkomst bepaalt dat niet alleen de huidige cao van toepassing is, maar ook opvolgende versies daarvan.

Nieuws
01.07.2024
Ontwikkelingen over ESG en kansen en uitdagingen

In 2021 maakte de rechtbank in de Shell-zaak de weg naar civielrechtelijke aansprakelijkheid van ondernemingen vrij als gevolg van schending van ongeschreven zorgvuldigheidsnorm op het gebied van ESG. Volgens de rechtbank moest Shell haar CO2-uitstoot verminderen, ondanks dat er daarvoor geen wettelijke basis was. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en zijn de ondernemingen steeds meer bezig met duurzaamheidsinitiatieven. Grote ondernemingen zijn immers met ingang van het boekjaar van 2024 verplicht om te rapporteren over de effecten van de ondernemingsactiviteiten op duurzaamheidsaspecten. Die verplichting volgt uit Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

Heb je een vraag of wil je direct een adviesgesprek aanvragen?
Onze specialist Linzy Sieljes helpt je graag verder.