Linzy is als advocaat werkzaam voor de sectie ondernemingsrecht. Voordat ze bij Arslan & partners advocaten kwam werken, studeerde Linzy Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens haar studie heeft ze gewerkt als student-assistent en heeft ze onder andere onderzoek gedaan in het huurrecht. Verder is Linzy lid van de Vereniging voor Jonge Insolventierechtadvocaten en de Vereniging Jonge Procesadvocaten.
Op grond van deze registratie in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten is het verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.
Werken bij Arslan & partners betekent voor mij samenwerken met specialisten binnen een professionele en betrokken organisatie, waarin altijd wordt gestreefd naar het beste resultaat voor de cliënt.
“Het mooiste aan mijn vak vind ik de uitdaging. Geen dag is hetzelfde, geen zaak is gewoon.”
Geen dag is hier hetzelfde. Dat vind ik het mooiste aan dit vak, de afwisseling in de werkzaamheden. Een werkdag is voor mij geslaagd als er vooruitgang is geboekt, zowel als team in een zaak als in mijn persoonlijke ontwikkeling als advocaat.
De wereld van het ondernemingsrecht staat nooit stil. Wij praten je vanuit onze expertise regelmatig bij over de laatste ontwikkelingen.
De wereld van het ondernemingsrecht staat nooit stil. Wij praten je vanuit onze expertise regelmatig bij over de laatste ontwikkelingen.
Het UWV stopt de subsidierelatie met een onderneming als deze een NOW-schuld meeneemt in een WHOA-akkoord. Volgens het UWV is het daarna niet meer mogelijk om alsnog een vaststellingsaanvraag in te dienen over de betreffende NOW-tranche. Dat beleid kan niet geoorloofd worden volgens de rechtbank van Amsterdam.
“Een advocaat is er niet alleen om problemen op te lossen, maar juist ook om nieuwe kansen te ontwikkelen”
In Nederland geldt het uitgangspunt dat een vennootschap zelf verantwoordelijk als aansprakelijk is voor haar verplichtingen en schulden. Voor de aansprakelijkheid van de bestuurders geldt er een hoge drempel. De gedachte daarvan is dat bestuurders de ruimte moeten hebben om in het belang van de onderneming beslissingen kan nemen waaraan risico’s zijn verbonden, zonder te hoeven vrezen voor aansprakelijkheid. Ondernemen is immers risico nemen en bestuurders moeten vrij kunnen handelen en niet terughoudend optreden omdat zij bang zijn dat ze aansprakelijk kunnen worden gesteld. Die hoge aansprakelijkheidsdrempel voor bestuurders geldt niet als een DGA als aandeelhouder aansprakelijk wordt gesteld.