Vergoeding voor niet bewonen eigen woning

Datum
20 april 2021
Tijd
09:00 - 18:00
Locatie
Op locatie
Direct aanmelden
Direct aanmelden
Event

Het komt regelmatig voor dat een woning bij een scheiding niet meer door alle eigenaren wordt gebruikt. Stel: een echtpaar of een ongehuwd stel koopt samen een huis en gaat later uit elkaar. De vrouw blijft voorlopig in het huis wonen en de man zoekt elders woonruimte. In zulke gevallen rijst regelmatig de vraag: heeft de mede-eigenaar die er niet (meer) woont recht op een vergoeding? En als dat zo is, hoe wordt die vergoeding dan berekend? In deze blog leggen we het uit.

Wanneer bestaat er recht op een gebruiksvergoeding?

Volgens de wet hebben alle eigenaren van een woning in beginsel een gelijk recht op het gebruik en genot daarvan. Wanneer één van de eigenaren de woning alleen gebruikt, kan er een verplichting ontstaan om de andere eigenaar of eigenaren hiervoor te compenseren. Dit gebeurt in de vorm van een gebruiksvergoeding. Deze vergoeding dient als compensatie voor het missen van het genot en het gebruik van de woning. Een vergoeding kan onderling worden afgesproken. Soms wordt bijvoorbeeld de afspraak gemaakt dat degene die in het huis blijft wonen alle eigenaarslasten betaalt. Dan wordt ook vaak afgesproken dat er geen gebruiksvergoeding meer verschuldigd is. De betaling van de eigenaarslasten wordt dan gezien als betaling van een gebruiksvergoeding.

In echtscheidingszaken wordt wel eens een beroep gedaan op een gebruiksvergoeding. Een echtscheiding is namelijk niet meteen geregeld. Tijdens de scheidingsprocedure is het meestal niet wenselijk dat beide echtgenoten samen in de woning blijven wonen. Eén van de partners kan de rechter vragen om het exclusieve gebruik van de woning aan hem/haar toe te wijzen. De andere partner kan de rechter dan vragen te bepalen dat de ex-partner hem/haar een gebruiksvergoeding moet betalen.

Een gebruiksvergoeding kan ook in andere situaties aan de orde zijn. Bijvoorbeeld in de situatie dat een broer en zus samen het huis van hun overleden ouders erven. De zus besluit in het huis te gaan wonen, maar kan haar broer niet uitkopen. In zo’n geval kan het redelijk zijn dat de zus een gebruiksvergoeding betaalt aan haar broer, omdat zij als enige gebruikmaakt van de woning.

Als één van de mede-eigenaren de woning niet gebruikt, terwijl de ander er wel woont, betekent dat echter niet automatisch dat er een vergoeding betaald moet worden. De rechter beoordeelt per situatie of het redelijk en billijk is om zo’n gebruiksvergoeding toe te kennen.

Hoe wordt de hoogte van de gebruiksvergoeding berekend?

Als de rechter eenmaal heeft vastgesteld dat het redelijk en billijk is om een gebruiksvergoeding te betalen, rijst de vraag hoe de gebruiksvergoeding moet worden berekend. Daarvoor bestaan verschillende methodes, waarvan de rechter zal beoordelen welke methode het meest geschikt is in de specifieke situatie. Hieronder behandelen wij drie veelgebruikte methodes.

  • Overwaarde
    De meest gebruikte methode is de berekening op basis van de overwaarde. Het idee hierachter is simpel: als één van de eigenaren niet (meer) in de woning woont, dan heeft diegene ook geen beschikking over zijn/haar aandeel van de overwaarde van het huis. Die overwaarde komt namelijk pas vrij als het huis wordt verkocht of als je wordt uitgekocht. Over de overwaarde wordt vervolgens een jaarlijks percentage gerekend. Op dit moment wordt meestal een rentepercentage van 1,0 of 1,5% per jaar gehanteerd. Als er discussie is over de hoogte van de overwaarde, wordt vaak aangesloten bij de WOZ-waarde van de woning.
  • Huurwaarde
    Er kan ook worden gekeken naar de huurwaarde van de woning om tot een redelijke gebruiksvergoeding te komen. Er kan dan gekeken worden naar wat het zou kosten om de woning – of een vergelijkbare woning – te huren. Bij een scheiding of het beëindigen van een samenleving kan het zo zijn dat een van de partners een nieuwe woning huurt. In zo’n geval kan ook worden gekeken naar die huurlasten. Op die manier zijn de financiële gevolgen van het uit elkaar gaan, in ieder geval wat betreft de woonlasten, evenwichtig verdeeld tussen beide partijen.
  • Woonlasten
    Tot slot kan de gebruiksvergoeding ook worden gebaseerd op de werkelijke kosten die verbonden zijn aan het eigendom van de woning. Daarbij kun je denken aan de hypotheekrente, onderhoudskosten en gemeentelijke lasten, zoals de onroerende zaakbelasting. In dat geval wordt vaak afgesproken dat de partner die in de woning blijft, de helft van deze woonlasten vergoedt aan de ander.

Wij helpen je graag!

Of het nu gaat om een scheiding, een erfenis of een andere situatie waarin jij (mede-)eigenaar bent van een woning: de vraag of er recht bestaat op een gebruiksvergoeding, én hoe hoog die zou moeten zijn, is afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Twijfel je of je recht hebt op een vergoeding, of ben je juist degene die in de woning blijft en wil je weten waar je aan toe bent? Neem dan gerust contact op met onze specialist Colina Tjabringa. Zij denkt graag met je mee en helpt je verder met een oplossing die past bij jouw situatie.

Gerelateerde artikelen

De wereld van het ondernemingsrecht staat nooit stil. Wij praten je vanuit onze expertise regelmatig bij over de laatste ontwikkelingen.

Heb je een vraag of wil je direct een adviesgesprek aanvragen?
Onze specialist
 
Colina Tjabringa
 
helpt je graag verder.