Event
17.03.2023
Geschreven door:
Hasan Kaya

De directeur-grootaandeelhouder (DGA) wordt verweten dat hij als aandeelhouder onrechtmatig heeft gehandeld door de aandelen aan een katvanger te verkopen.

In Nederland geldt het uitgangspunt dat een vennootschap zelf verantwoordelijk als aansprakelijk is voor haar verplichtingen en schulden. Voor de aansprakelijkheid van de bestuurders geldt er een hoge drempel. De gedachte daarvan is dat bestuurders de ruimte moeten hebben om in het belang van de onderneming beslissingen kan nemen waaraan risico’s zijn verbonden, zonder te hoeven vrezen voor aansprakelijkheid. Ondernemen is immers risico nemen en bestuurders moeten vrij kunnen handelen en niet terughoudend optreden omdat zij bang zijn dat ze aansprakelijk kunnen worden gesteld. Die hoge aansprakelijkheidsdrempel voor bestuurders geldt niet als een DGA als aandeelhouder aansprakelijk wordt gesteld.

Datum
20 april 2021
Tijd
09:00 - 18:00
Locatie
Op locatie
Direct aanmelden
Direct aanmelden

Die hoge aansprakelijkheidsdrempel voor bestuurders geldt niet als een DGA als aandeelhouder aansprakelijk wordt gesteld.

Als DGA heb je namelijk twee petten op; je bent bestuurder van de vennootschap en tegelijkertijd bezit je een groot deel van de aandelen. Uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 januari 2023 blijkt dat een DGA als aandeelhouder een wezenlijk andere positie heeft in de vennootschap en daardoor niet de ‘bescherming’ geniet van de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor bestuurders.

Wat was er aan de hand?

De gedaagde heeft een telecomwinkel sinds 2014 en heeft die winkel in 2016 tegen ‘betaling’ van een koopsom verkocht aan de koper. Vanaf dat moment was de koper de DGA van de telecomwinkel.

Op enig moment bleek dat de telecomwinkel na de overname niet meer open was geweest. De winkelinventaris en andere zaken waren verdwenen en de werkneemster kreeg geen loonbetalingen meer. De werkneemster kreeg op een gegeven moment ook geen contact meer met de koper, waarna zij het faillissement van de telecomwinkel heeft aangevraagd.

Op 25 april 2017 werd het faillissement van de telecomwinkel uitgesproken met aanstelling van een curator. De curator deed onderzoek naar de gang van zaken voor het faillissement en daaruit kwam naar voren dat de koper een katvanger bleek te zijn en dat de telecomwinkel binnen vier maanden na overname failliet ging.

Verder bleek dat de koopsom voor de overname niet was betaald en dat de winkelinventaris geen waarde vertegenwoordigde. Het ging kennelijk om een kleine telecomwinkel, waarin nauwelijks inventaris stond. Daarentegen had de telecomwinkel wel een hoge schuldenlast van ruim € 70.000,--.

Al met al duidde alles erop dat de gedaagde door verkoop van de aandelen aan een katvanger van de schulden wilde afkomen.

De curator stelde de gedaagde in privé aansprakelijk als bestuurder én als aandeelhouder. Het verwijt van de curator was dat de gedaagde als verkopende aandeelhouder geen nader onderzoek had gedaan naar de ‘gegoedheid’ van de koper, oftewel in hoeverre de koper financiële middelen had om de exploitatie van de telecomwinkel voort te zetten.

De rechtbank oordeelde dat het verkopen en leveren van aandelen in de telecomwinkel geen bestuurstaak of bestuurshandeling is, maar een aandeelhoudersbeslissing en een handeling van de gedaagde als aandeelhouder. Dat betekent dat de hoge drempel voor de aansprakelijkheid van bestuurders in dat geval niet geldt.

Volgens de rechtbank had de gedaagde als aandeelhouder wél onrechtmatig gehandeld en daardoor is hij gehouden de schade te vergoeden die is ontstaan als gevolg van zijn onrechtmatig handelen. Voor een succesvolle aansprakelijkstelling van de aandeelhouder is vereist dat er sprake is van een zodanige onzorgvuldigheid van de aandeelhouder tegenover de gezamenlijke schuldeisers dat dit als onrechtmatig moet worden aangemerkt. De hoge drempel voor de aansprakelijkheid van bestuurders is dus niet aan de orde en de ‘gewone’ regels van de onrechtmatige daad gelden. De reden daarvan is dat een aandeelhouder een wezenlijk andere positie heeft in de vennootschap dan een bestuurder.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde de aandelen in de telecomwinkel aan de koper heeft overgedragen zonder werkelijk onderzoek te doen naar hem als kopende partij, terwijl daartoe naar het oordeel van de rechtbank wel aanleiding was. Gezien de slechte financiële positie van de telecomwinkel had van de gedaagde mogen worden verwacht dat hij onderzoek deed naar de vraag in hoeverre de koper, die tegelijkertijd ook opvolgend bestuurder werd, financiële middelen had om de exploitatie van de telecomwinkel voort te zetten. Dat heeft de gedaagde nagelaten en daarmee heeft hij onrechtmatig gehandeld tegenover de schuldeisers van de telecomwinkel en is hij aansprakelijk voor de ontstane schade.

Conclusie

Uit de uitspraak van de rechtbank Den Haag volgt dat een DGA als bestuurder én als aandeelhouder aansprakelijk kan worden gesteld. In het laatstgenoemde geval geldt aldus niet de hoge drempel voor de aansprakelijkheid van bestuurders en is de DGA als aandeelhouder eerder aansprakelijk omdat daarvoor de ‘gewone’ regels van de onrechtmatige daad gelden.

Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met collega Hasan Kaya, Ali Arslan, Linzy Sieljes of Jelle Damstra.

Uitgelicht voor jou

De wereld van het ondernemingsrecht staat nooit stil. Wij praten je vanuit onze expertise regelmatig bij over de laatste ontwikkelingen.

Nieuws
28.03.2024
Vraag aan Hoge Raad over de verplichting tot nieuwe financiering in WHOA

Kan een bank worden verplicht om nieuwe financiering onder gewijzigde voorwaarden te verstrekken, terwijl dat niet meer hoeft volgens de financieringsovereenkomst? Deze vraag is aan de Hoge Raad voorgelegd. Dit heet ‘cassatie in het belang der wet’ en is bedoeld om duidelijkheid te geven met het oog op andere gevallen. Door de uitspraak van de Hoge Raad is het in vergelijkbare en toekomstige gevallen duidelijk hoe daarover wordt beslist.

Blog
25.03.2024
Neemt een werknemer ontslag? Check altijd of hij dat echt wil!

Als de werknemer zijn of haar arbeidsovereenkomst opzegt, dan heeft dat voor hem of haar meestal ingrijpende gevolgen. De werknemer heeft in dat geval geen recht op een transitievergoeding, een WW-uitzekering (uitkering vanuit het UWV bij werkloosheid) of een ZW-uitkering (uitkering vanuit het UWV bij ziekte). Er worden daarom strenge eisen gesteld aan een ontslag door de werknemer.

Blog
21.03.2024
Betaling in natura: let op, dit is niet zonder risico

Steeds meer bedrijven verkeren in zwaar weer. Het aantal faillissementen neemt toe en saneringen zijn aan de orde van de dag. Het kan dus goed zijn dat dit ook bij een van jouw klanten speelt. In dat geval moet je opletten als de klant voorstelt om de openstaande factuur niet in geld te betalen, maar in natura, bijvoorbeeld door een auto te leveren. In de wet heet dit inbetalinggeving.

Heb je een vraag of wil je direct een adviesgesprek aanvragen?
Onze specialist Hasan Kaya helpt je graag verder.